donderdag 4 augustus 2022

Slingers en stroopwafels

"Waar is de slinger dan?"

Het was warm, en Maus, die het liefst rustig achter de tafel zit met wat legopoppetjes had weinig zin in een wandeling. Maar ik wil dat hij wat meer beweegt. Een paar jaar geleden was hij echt veel te dik.
"Waar gaan we heen dan?"
"Gewoon, een stukje lopen."
"Waarom?"
"Omdat we anders ontploffen."
Dat is één van onze standaard antwoorden die Maus wel grappig vind, dus een goeie om hem even uit een eventueel negatieve spiraal  op te vissen.
Met een lachje: "We gaan toch niet ontploffen..."
"Nee, kom, we gaan gewoon een stuk over de dijk lopen."
We wonen met zijn vieren (ik, Maus en zijn twee broers) in een veel te grote boerderij op de dijk langs het Reitdiep, de benedenloop van de Hunze en de Aa richting het Lauwersmeer. In de 14e eeuw uitgegraven door een stel monniken. Oud land. Alles is hier oud. Onze boerderij is van 1635. En toen we de boel gingen verbouwen vond ik onder onze muren nog oudere muren.
Een van de voordelen van vrij en een beetje afgelegen wonen is dat je je autistische zoontje naakt en onder de modder en rare liedjes zingend over je erf kunt laten lopen zonder dat er buurtkinderen zijn die hem gaan pesten, of buren die vinden dat je er maar vreemde opvoedkundige methoden op nahoudt, en die je dan uitgebreid moet gaan voorlichten over de voor en nadelen van autisme....

Eenmaal buiten pakt Maus mijn hand en lopen we de dijk op.
"Hoever gaan we lopen?"
"Tot aan de slinger in de rivier."
"ok."

Het is een mooi pad.
In de verte ligt Dorkwerd hoog boven de weilanden uit op een wierde. Als op een walvis van zand en klei en nergens naar toe.
Daaromheen hier en daar wat vergeten paarden en een kudde schapen die je niet eens hoeft te onthouden. 
Na een tijdje gaat Maus maar achter mij lopen,  want hij heeft last van de grassprieten die hem steken.
"Steken ze jou ook?"
"Ja hoor, de grasprieten steken mij ook."
Bij de slinger in de rivier aangekomen houden we halt, drinken wat uit een flesje en eten een appel.
Ik jaag een vlinder van Maus' zijn schouder.
"Wat doet die daar?"
"Die zat gewoon wat te zitten."
"Maar waarom zat hij op mijn schouder."
Maus heeft meer vragen dan er antwoorden in de wereld zijn.

"Kom, we gaan terug."
Maus blijft staan.
"Maar we moeten naar de slinger in de rivier."
"Ja, dat is hier."
"Maar waar is de slinger dan?"
"Eh, hier."
Maus wordt wat opgefokt. 
"Waar zie je de slinger dan?"
"Dit is de slinger in de rivier...."
Realiseer ik me ineens dat hij zo'n verjaardagsslinger verwacht, in het water.
"We moeten naar de slinger!"


Soms lijkt hij met taal om te gaan zoals een veel kleiner kind, maar er is ook iets anders, onbegrijpelijkers met hem aan de hand. (Maar dat is voor een ander verhaal)
Het doet me nu denken aan Willems verwarring over de bijschuur.
We hebben twee schuren, een grote rietgedekte schuur, waar een uil woont, en een grijze betonplaten bijschuur. Zo'n ding uit de jaren veertig of vijftig, met golfplaten op het dak. Op een dag loop ik daar met een pieppeuterig Willempje, de oudere broer van Maus, ik denk dat hij toen vier was ofzo, vraagt het jochie, een beetje achterdochtig om zich heen kijkend, waar die bijen dan zijn.....



"Maar we zouden naar de slinger!"
Dus ik met een boos jongetje achter me aan op de terugweg.
"De slinger!"
Heb ik hem heel onverantwoordelijk maar een stroopwafel beloofd voor wanneer we weer thuis zouden zijn.