zondag 5 juni 2022

Opa is dood

In de woonkamer hangt een foto van mijn vader. Wat slordig geprint op een A4tje, want ik ben niet zo van het inrichten en de binnenhuisarchitectuur. Op een dag stond Maus daar al een tijdje naar te staren.

 - Mag ik hem halen?

- Wie?

opa - c Jenne Bleijenburg
- Opa, in de foto.

- Opa is dood Maus.

- Opa is niet dood!

- Jawel. Opa is wel dood.

- Maar ik kan toch wel daar naar die foto om hem te halen?

- Nee, je kunt de foto niet in.

- Jawel. En dan zet opa zijn bril op en loopt met lange lange benen naar huis.

- Opa kan niet meer lopen Maus.

- En dan bakt opa een chocoladetaart!

- Opa bakt geen chocoladetaarten meer Maus.

- Zeg maar: "Ja, je mag opa wel halen, jochie."

- Je mag hem wel halen, maar je kunt hem niet halen.

- Je moet je kop houden!


Opa en de musketier - c Jenne Bleijenburg


























Maus begreep er niets van, van de dood.

Alsof wij er iets van begrijpen, dat de goedlachse man die mij ooit hoog de lucht in gooide en weer opving, dat die nergens meer is. Of nog wat as illegaal verstrooid langs de IJssel. Dat er alleen nog flarden van hem zijn in mijn hoofd, en in gesprekken, in de mensen die hem kenden, en in foto's. Sommige slordig afgedrukt op een al wat vergelend A4tje. En dat over twintigduizend jaar niemand meer zal weten wie hij was. 
Of misschien dat ze deze tekst vinden en ontcijferen...
Dat zou kunnen.
Maar dan weten ze niet of ik hem verzonnen heb. 

Maus staat vaak naar die foto van mijn vader te kijken. En vaak herhalen we dan (bijna letterlijk) bovenstaand gesprek. Hoewel hij langzaamaan minder boos wordt. Het is meer een ritueel geworden.

Mijn vader was gek op hem, op zijn vreemd onhandige kleinzoon. En maakte zich zorgen. Toen hij wist dat hij ging sterven wist hij wel min of meer wat er van mijn twee oudste zoons terecht zou komen, van de wat wazige dromerige maar eigenzinnige Theunis, en van de helder argumenterende hermetische Willem, maar van Maus.....Wat moest er van dit wolvenkind terecht komen...?

Toen hij stierf was Maus zes. Of zeven. Maar zijn hoofd ongeveer drie of vier. Zijn hoofd groeit langzamer dan zijn lichaam. Zijn lichaam is op het moment dat ik dit schrijf een meter negentig ofzo, maar zijn hoofd ergens tussen de vier en vijf.
Of honderd.
De tijd raakt verloren in zijn hoofd. 
Ik kan hem ook nooit uitleggen wat morgen is, of gisteren. Dat haalt hij ook altijd door elkaar. 
Maar dat is een verhaal voor een andere keer.

Wat ik wilde vertellen is dat toen zijn opa overleed ik bang was dat hij er niets van zou begrijpen, dus ik had bedacht dat het slim zou zijn hem mijn vader in de kist te laten zien. Dat hij het dan zou geloven. Dat hij dan niet zou denken dat we zijn opa ergens in een geheim kamertje voor hem verborgen hielden ofzo. 
En zijn eerste reactie, toen ik hem en zijn broers meenam naar de kist, was ook veelbelovend. Met een licht ontzag keek hij naar de wasbleke man daar in die kist.
Maar mijn vader zag er natuurlijk anders uit dan toen hij nog leefde. 
Bovendien had mijn moeder besloten dat het gek was om hem met zijn bril op te begraven. Omdat je toch niets meer ziet wanneer je dood bent. 
Je kunt dezelfde redenering op kleren loslaten, omdat je het ook niet meer koud hebt als je dood bent. En je je ook niet schaamt dat je in je blootje ligt opgebaard.
Maar logica en verdriet moet je niet mengen, dat weet ik best wel.

In ieder geval, toen we weer bij de kist wegliepen keek Maus me licht verward maar hoopvol aan en zei:
Maar die andere opa is gewoon thuis, hè? Met zijn bril op en zijn lange benen om te lopen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten